West-Brabant

Angstcultuur in de West-Brabantse jeugdzorg en pleegzorg (deel 9)

Stockfoto's (bewerkt): Pixabay

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

We brengen een serie artikelen over wat er goed en niet goed gaat in de jeugdzorg en pleegzorg in onze regio. Na een serie waarin al de nodige betrokkenen en zes raadsleden aan het woord kwamen, spreken we afrondend met de Roosendaalse wethouder René van Ginderen, die als één van de bestuurders jeugdhulpstelsel West-Brabant West vertegenwoordigt.

Jeugdzorg en Pleegzorg liggen nogal eens onder vuur. Ouders, pleegouders en verzorgers voelen zich vaak niet serieus genomen of worden als niet bekwaam afgedaan. Kinderen worden te snel uit huis gehaald, vaak met rampzalige gevolgen. Dat is het beeld dat is ontstaan. Recent nog wijdde het VPRO-programma Argos er een programma van een uur aan. Het schetst bepaald geen vrolijk beeld. 

Ook in onze regio is het nodige aan de hand, lieten we zien met een serie artikelen over de angstcultuur in de Zuidwest-Brabantse jeugdzorg. Ouders, een ervaringsdeskundige die zelf jeugdzorgjongere was, de FNV, een landelijke belangenvereniging, een vertegenwoordiger van de pleegouderraad van Vigere én een zestal raadsleden uit de regio konden al hun bevindingen delen. Ter afsluiting is het de beurt aan Jeugdhulpregio West-Brabant West, dat een centrale rol speelt in zowel de beleidsmatige kant als de uitvoering ervan.

Begrip voor de emotie maar soms kan het niet anders

Door: Hans-Jorg van Broekhoven

Jeugdhulpregio West-Brabant West is een samenwerkingsverband van negen gemeenten uit deze regio. In het bestuur zitten onder meer wethouders – die daarmee meteen de schakel vormen tussen deze overkoepelende organisatie en de praktijk, alsmede de verwachtingen in hun gemeente. Namens de organisatie staat de Roosendaalse wethouder René van Ginderen ons te woord, bijgestaan door woordvoerder Pieter Thielen en Helga Hermans. Zij is leidinggevende van de jeugdprofessionals en voorzitter van het samenwerkingsverband.

Van Ginderen hecht er waarde aan dat duidelijk wordt hoe de vorm die jeugdhulp heeft in de regio een dynamisch proces is. Met ruimte voor innovatie. Zo is er recent teruggeblikt op hoe de decentralisatie in deze regio is ingericht. In tegenstelling tot wat andere geïnterviewden in deze serie aangaven, vindt hij wél dat Den Haag een goede keuze maakte door gemeenten hun eigen jeugdzorg te laten inrichten. Het maakt meer maatwerk mogelijk en er worden veel meer jongeren bereikt, heeft volgens hem de praktijk uitgewezen.

Lokaal organiseren

Het in 2015 gestarte initiatief met dit jeugdhulpstelsel geeft gemeenten de ruimte een eigen, lokale invulling te geven aan de zorgbehoefte. Met als vangnet een grotere organisatie en de bijbehorende expertise, maar ook een 135-tal zorgaanbieders die gericht en vaak gespecialiseerd in kunnen spelen op wat er nodig is. Volgens de bestuurder wijst de praktijk uit dat dit werkt. Hij vindt het een betere keuze dan elders in het land soms gemaakt is. Daar wordt alles uitgezet bij drie of vier grote spelers en ben je een flink deel van de regie kwijt.

Waar de FNV dus aangaf grote moeite te hebben met die Open House inkoopmethodiek, is de wethouder juist enthousiast. De vakbond zegt dat die vorm in de hand werkt dat er veel wordt verdiend aan lichtere zorg en dat zware vormen onder druk liggen. Van Ginderen ziet dat niet zo, hij wijst erop dat er eerder een compleet aanbod beschikbaar is dat maatwerk mogelijk maakt. “We kunnen zo schakelen per probleem. Het was een bewuste keuze om tot een dekkend zorglandschap te komen.” Die ongeveer 135 aanbieders zijn ook geen partijen waarmee het samenwerkingsverband getrouwd is. Er vallen organisaties af en er komen weer anderen bij.

Samen kom je verder

De lijnen binnen Jeugdhulpregio West-Brabant West lopen veel verder dan bestuurlijke overleggen, geven zowel de wethouder als Helga Hermans aan. Er wordt nauw samengewerkt met ambtenaren van de aangesloten gemeenten. Niet alleen met de jeugdprofessionals maar ook op andere kennisgebieden, denk bijvoorbeeld aan veiligheid.

Er zijn meer redenen waarom de bestuurders van deze regio veelal blij zijn met de resultaten tot nu toe, legt Van Ginderen uit. Er worden hier, ten opzichte van het landelijke gemiddelde, meer jongeren bereikt – terwijl de gezamenlijke kosten lager liggen. Alleen aan wijkteams wordt iets meer dan gemiddeld uitgegeven. Dat past weer in de preventieve ambities, waar nog meer de nadruk op moet gaan liggen. Er is al nieuw beleid in de maak, dat niet alleen uitgaat van zo snel mogelijk signaleren en inspelen op wat er dreigt mis te gaan maar ook streeft naar kinderen en jongeren zo veel mogelijk in hun thuissituatie vooruit helpen. Men wil steeds meer af van de klassieke opvang en begeleiding elders.

Schrijnend

Toch valt niet altijd te voorkomen dat er uithuisplaatsingen en andere soms schrijnende maatregelen nodig zijn. Dat is een keuze die veelal gemaakt is of wordt door rechters of instanties als de Raad voor de Kinderbescherming. Leidinggevende Hermans legt uit dat gemeenten daar weinig tot geen invloed op hebben, ook niet vanuit het samenwerkingsverband. Wel is het vervolgens lokaal of regionaal de taak om uitvoering te geven aan de bijbehorende opvang, zorg en begeleiding, als die in de regio plaatsvindt. Ook die aanbieders bevinden zich onder de eerder genoemde 135 aangesloten partijen.

Begrip, van de materie en voor de ouders

Op de opmerkingen van een aantal raadsleden, dat ze te weinig zicht hebben op de complexe wereld van de jeugdhulp, wil van Ginderen graag reageren vanuit zijn rol als wethouder: “Als dat in mijn gemeente bij een raadslid het geval is zeg ik: Stel vragen! Ik begrijp heel goed dat zaken als WMO, huishoudelijke hulp en ook dit lastige materie zijn. Maar we leggen het graag nog eens uit als iets niet duidelijk is.”

Dat het voor ouders vaak hele emotionele life events zijn, wanneer instanties ingrijpen, snapt de bestuurder heel goed. “Zaken als uithuisplaatsingen zijn hartverscheurend. Dat moet je gewoon erkennen.” Hij vindt echter niet dat ouders te weinig gehoord worden als ze het niet eens zijn met hoe iets is verlopen. Wanneer het situaties betreft die vallen onder de verantwoording van het samenwerkingsverband is er een klachtenprocedure en die wordt serieus genomen, zegt hij. “Soms leren wij daar ook weer wat van, en dat helpt ons om iets een volgende keer anders te doen.” Daarnaast wordt volgens hem voldoende toegezien op hoe instanties en zorgbedrijven werken: “De inspectie kijkt ook mee.”

Geen ruimte voor ‘cowboys’

‘Zorgcowboys’, noemt Van Ginderen de commerciële clubs die denken makkelijk geld te verdienen door pgb’s en andere inkomsten op eenvoudige wijze binnen te harken, zonder veel echte zorg en begeleiding te bieden. Volgens hem vind je ze niet tussen de 135 partners waar Jeugdhulpregio West-Brabant West mee werkt, er wordt strikt gefilterd en de gestelde eisen zijn hoog. Helga onderstreept dat er actief wordt gecontroleerd op de kwaliteit van de geleverde zorg.

Decentralisatie was wél een goed idee

Op het feit dat raadsleden, de Belangenvereniging intensieve kindzorg en de FNV zeggen dat de decentralisatie geen goed idee is geweest, wil de wethouder graag nog even terugkomen. Hij bestrijdt dat en wijst nogmaals op het maatwerk dat hierdoor mogelijk is gemaakt enerzijds, en het gegeven dat er meer jongeren zijn bereikt anderzijds.

Dat de krimpende budgetten vanuit Den Haag het lastig maken, geeft hij wel toe. Minister De Jonge is al enkele malen met aanvullende bijdragen gekomen. Beter zou echter zijn als er structureler naar de problematiek werd gekeken. Maar alleen meer middelen is niet de oplossing: “Je hebt ook de eigen verantwoordelijkheid het goed te organiseren. Zo is met innovatie veel te winnen. Kijk naar de jeugdprofessionals die tegenwoordig op de scholen of bij huisartsen zitten.”

Luisterend oor

Afsluitend geeft de bestuurder nog mee dat hij absoluut een luisterend oor heeft voor geluiden over wat er niet goed zou gaan, ook aan de zijde van ouders of verzorgers. “Ik snap dat het soms ingrijpende en emotionele gebeurtenissen zijn. Als bestuur moet je daar voor open staan.” Aan de andere kant wil hij ook benoemd zien dat het onmogelijk is om iedereen tevreden te krijgen, in lastige dossiers en een complexe sector als deze.

Lees ook de rest van de serie door hier te klikken.